Registratie vrijverklaring op 1 juli 1863:
Jannie Kampenhout, Timmerman, 41 jaar, geboren 1821, broer van Andresa Kampenhout
Andresa Kampenhout, veldwerkster, 43 jaar, geboren 1817
|
Anna Kampenhout, veldwerkster, 26 jaar, geboren 1835, dochter van Andresa Kampenhout
|
Dorus Kampenhout, , 4 jaar, geboren 1859, zoon van Anna Kampenhout
Daniel Kampenhout, 1 jaar, geboren 13-12-1861, zoon van Anna Kampenhout
Theodoor Andries Kampenhout, 12 jaar, geboren 1850, neef van Janne en Andresa Kampenhout
Jonathan Isaak Kampenhout, 11 jaar, geboren 1854, broer van Theodoor, neef van Janne en Andresa
Jetta Emilie Kampenhout, 9 jaar, geboren 1856, zuster van Theodoor, nicht van Janne en Andresa
In de aflevering op 9 oktober 2011 van serie De Slavernij waarin de heer Roue Verveer informatie kreeg over zijn voorouders die als slaaf verbleven op Plantage Barbados, te Suriname.
De verrassing was groot toen ik in het getoonde slavenregister familielid Andresa Kampenhout 13989 vermeld zag staan.
(zie bijlage) en de link naar de desbetreffende uitzending. Vanaf minuut 8 ziet u de verschijning van onze familienaam.
https://www.npostart.nl/de-slavernij/21-06-2013/NPS_1223306
Plantage Barbados, Suriname was in 1821-1843 in handen van dhr. D.F.Schas. De Plantage wordt hierdoor ook wel ‘Schasi’ genoemd. In 1821 telde de Plantage 500 slaven, in 1843 het aantal van 212 slaven. Dit had vemoedelijk te maken vanwege de schulden die Dhr Schas had bij de bank Insinger en co te Amsterdam.
Zij verstrekten hypotheken aan plantage eigenaren. Het feit dat de plantage in 1853 in eigendom van de bank was, doet sterk vermoeden dat D.F. Schas een hypotheek genomen had op de plantage en in gebreke was gebleven. Het eigendom verviel dan aan de bank. Hij overlijdt in 1848, dus mogelijk is zijn dood de oorzaak van het verschuiven van het eigendom.
In 1871 werd de plantage verkocht, onbekend aan wie, maar sinds dien direct verlaten.
De Plantage lag aan de Warranpakreek waar naast koffie ook katoen werd verbouwd.
Andresa wordt in 1830 op 13 jarige leeftijd ingeschreven op de plantage Barbados. Vermoedelijk komt zij uit de binnenlanden van Afrika, het gebied Ashanti in Ghana. Dochter Anna werd 5 jaar later geboren op 15-06-1835. Of er sprake was van een relatie is niet na te gaan maar Anna is later door Jan erkend. In 1848 overlijdt plantagehouder Dhr D.F. Schas. Mede hierdoor zou het kunnen zijn dat Jan, Andresa zijn achternaam gegeven heeft, nog voordat daadwerkelijke sprake was registratie.
Ik vond in de Surinaamse Courant een overlijdensbericht dd. 25 september 1858 van Jan Kampenhout 43 jaar, (geb. 1815 te Antwerpen) jager bij het 27e Bataljon, te Suriname.
Ik denk dat het wel eens deze Jan Kampenhout zou kunnen zijn wiens achternaam Andresa kreeg. Want toen in 1815 Suriname definitief onder Nederlands gezag kwam te staan werd zij verdedigd door twee bataljons jagers, waaraan later één bataljon artillerie werd toegevoegd.
In 1818 worden het 10e en 11e bataljon hernoemd tot het 27e en 28e bataljon, welke vervolgens in 1821 werden samengevoegd tot het 27e bataljon. Op 16 oktober 1868 wordt dit 27e bataljon in twee delen verdeeld en maakte de troepenmacht geen deel meer uit van het Nederlandse leger: het ene deel gaat verder als ‘Troepenmacht op Curaçao’ het andere deel gaat de ‘Troepenmacht in Suriname’ vormen, die als taak het verdedigen van Suriname heeft.
Suriname kreeg twee compagnieën infanterie en twee compagnieën artillerie, waardoor de totale sterkte 636 man bedroeg. De taken van deze troepen bestonden voornamelijk uit politiediensten en het lopen van patrouilles voor uiterlijk machtsvertoon.
Op de website wiewaswie staat de registratie van Johannes, Jan van Kampenhout dd 1838 te ’s Gravenhage.
- Korps jagers van Cleerens
Opgericht in 1831; opgeheven in 1839.
Jan wordt op 12 mei 1838 aangenomen als Jager voor een tijd van 6 jaar.
Notitie Stamboek: Op den 9e juni 1838 overgegaan bij het Algemeen Depot der Landmagt nr 33. en ge-engageere voor den tijd van zes Jaren zonder handgeld dispensatie 26 mei 1838 nr 32.
Samengesteld onder bevel van de kolonel van het Oost-Indisch leger Cleerens uit militairen, herkomstig van het Oost-Indisch leger en uit Belgische militairen, die de grens overgekomen waren om in Nederlandse dienst te gaan. In 1832 is aan dit korps een detachement cavalerie toegevoegd.
- 612-615AStamboeken Korps jagers van Cleerens, met namenklapper. 1831-1839
- 612 stamboeknummers 1-911, 1831-1834 1831-1834
- 613 stamboeknummers 912-1647, 1834-1835 1834-1835
- 614 stamboeknummers 1648-2550, 1836-1838 1836-1838
- 615 stamboeknummers 2551-3076 1838-1839 stamboeknummers 1-115 1832-1835
De nrs. 1-115 betreffen uitsluitend cavaleristen. Van deze is de namenklapper bijgebonden.
- 615A namenklapper, 1831-1839 1831-1839
Nog een interessant weetje:
Na het faillissement in 1853 van de Plantage Barbados, vertrekt weduwe en jonkvrouwe Johanna Henriette Schas- van Engelen terug naar Nederland.
Daar in de gemeente Rheden (nabij Arnhem) koopt zij in 1854 een aantal percelen bouwland en laat daar een landhuis met koetshuis en tuinmanswoning bouwen. Tevens liet zij een bescheiden park in landschappelijke stijl aanleggen.
Zij overlijdt in 1878.
In 2010 wordt het landhuis uitgeroepen tot ‘het mooiste pand van Nederland’
( zie via https://youtu.be/uz4AYXZE_ms )
Onderzoek afgerond maart 2020 – maart 2021
Sinds juni 2023 staat de database met de gegevens uit de geboortenakten 1828-1921 online op de website van het Nationaal Archief Suriname. Mede hierdoor heb ik de (klein)kinderen van Daniel en Dorus kunnen toevoegen aan de stamboom.
Samen met de archivarissen van de Oranjekazerne te Arnhem, is er een onderzoek gestart of Jan een plekje krijgt in het museum Grenadiers en Jagers bij het onderdeel van de Nederlandse Kolonie Suriname.